aip_quran
Translation

  العربية              Nederlands 

1. Surah Al-Fatiha
2. Surah Al-Baqara
3. Surah Aal-e-Imran
4. Surah An-Nisa
5. Surah Al-Maidah
6. Surah Al-Anam
7. Surah Al-Araf
8. Surah Al-Anfal
9. Surah At-Tawbah
10. Surah Yunus
11. Surah Hud
12. Surah Yusuf
13. Surah Ar-Rad
14. Surah Ibrahim
15. Surah Al-Hijr
16. Surah An-Nahl
17. Surah Al-Isra
18. Surah Al-Kahf
19. Surah Maryam
20. Surah Taha
21. Surah Al-Anbiya
22. Surah Al-Hajj
23. Surah Al-Muminun
24. Surah An-Nur
25. Surah Al-Furqan
26. Surah Ash-Shuara
27. Surah An-Naml
28. Surah Al-Qasas
29. Surah Al-Ankabut
30. Surah Ar-Rum
31. Surah Luqman
32. Surah As-Sajdah
33. Surah Al-Ahzab
34. Surah Saba
35. Surah Fatir
36. Surah Ya-Sin
37. Surah As-Saffat
38. Surah Sad
39. Surah Az-Zumar
40. Surah Ghafir
41. Surah Fussilat
42. Surah Ash-Shuraa
43. Surah Az-Zukhruf
44. Surah Ad-Dukhan
45. Surah Al-Jathiya
46. Surah Al-Ahqaf
47. Surah Muhammad
48. Surah Al-Fath
49. Surah Al-Hujurat
50. Surah Qaf
51. Surah Adh-Dhariyat
52. Surah At-Tur
53. Surah An-Najm
54. Surah Al-Qamar
55. Surah Ar-Rahman
56. Surah Al-Waqiah
57. Surah Al-Hadid
58. Surah Al-Mujadila
59. Surah Al-Hashr
60. Surah Al-Mumtahanah
61. Surah As-Saf
62. Surah Al-Jumuah
63. Surah Al-Munafiqun
64. Surah Al-Taghabun
65. Surah At-Talaq
66. Surah At-Tahrim
67. Surah Al-Mulk
68. Surah Al-Qalam
69. Surah Al-Haqqah
70. Surah Al-Maarij
71. Surah Nuh
72. Surah Al-Jinn
73. Surah Al-Muzzammil
74. Surah Al-Muddaththir
75. Surah Al-Qiyamah
76. Surah Al-Insan
77. Surah Al-Mursalat
78. Surah An-Naba
79. Surah An-Naziat
80. Surah Abasa
81. Surah At-Takwir
82. Surah Al-Infitar
83. Surah Al-Mutaffifin
84. Surah Al-Inshiqaq
85. Surah Al-Buruj
86. Surah At-Tariq
87. Surah Al-Ala
88. Surah Al-Ghashiyah
89. Surah Al-Fajr
90. Surah Al-Balad
91. Surah Ash-Shams
92. Surah Al-Layl
93. Surah Ad-Duhaa
94. Surah Ash-Sharh
95. Surah At-Tin
96. Surah Al-Alaq
97. Surah Al-Qadr
98. Surah Al-Bayyinah
99. Surah Az-Zalzalah
100. Surah Al-Adiyat
101. Surah Al-Qariah
102. Surah At-Takathur
103. Surah Al-Asr
104. Surah Al-Humazah
105. Surah Al-Fil
106. Surah Quraysh
107. Surah Al-Maun
108. Surah Al-Kawthar
109. Surah Al-Kafirun
110. Surah An-Nasr
111. Surah Al-Masad
112. Surah Al-Ikhlas
113. Surah Al-Falaq
114. Surah An-Nas

35. Surah Fatir

35:1  الْحَمْدُ لِلَّهِ فَاطِرِ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ جَاعِلِ الْمَلَائِكَةِ رُسُلًا أُولِي أَجْنِحَةٍ مَّثْنَىٰ وَثُلَاثَ وَرُبَاعَ ۚ يَزِيدُ فِي الْخَلْقِ مَا يَشَاءُ ۚ إِنَّ اللَّهَ عَلَىٰ كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ
Geloofd zij God, de schepper van hemel en aarde, die de engelen tot zijne boodschappers maakte, voorzien van twee, drie en vier paren vleugels. God voegt aan zijne schepselen toe, wat hem behaagt; want God is almachtig.
35:2  مَّا يَفْتَحِ اللَّهُ لِلنَّاسِ مِن رَّحْمَةٍ فَلَا مُمْسِكَ لَهَا ۖ وَمَا يُمْسِكْ فَلَا مُرْسِلَ لَهُ مِن بَعْدِهِ ۚ وَهُوَ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ
De genade welke God rijkelijk aan den mensch zal schenken, kan door niemand worden teruggehouden; wat hij terughoudt kan door niemand buiten hem worden geschonken, en hij is de Machtige, de Wijze.
35:3  يَا أَيُّهَا النَّاسُ اذْكُرُوا نِعْمَتَ اللَّهِ عَلَيْكُمْ ۚ هَلْ مِنْ خَالِقٍ غَيْرُ اللَّهِ يَرْزُقُكُم مِّنَ السَّمَاءِ وَالْأَرْضِ ۚ لَا إِلَٰهَ إِلَّا هُوَ ۖ فَأَنَّىٰ تُؤْفَكُونَ
O Menschen! herdenkt Gods gunst omtrent u; is er een ander schepper buiten God, die u van voedsel van den hemel en de aarde voorziet? Er is geen God buiten hem. Waarom zijt gij dus afgewend van de erkenning zijner eenigheid?
35:4  وَإِن يُكَذِّبُوكَ فَقَدْ كُذِّبَتْ رُسُلٌ مِّن قَبْلِكَ ۚ وَإِلَى اللَّهِ تُرْجَعُ الْأُمُورُ
Indien zij u van bedrog beschuldigen, herinner u dan, dat de gezanten vóór u mede van bedrog werden beschuldigd; doch tot God zullen alle dingen terugkeeren.
35:5  يَا أَيُّهَا النَّاسُ إِنَّ وَعْدَ اللَّهِ حَقٌّ ۖ فَلَا تَغُرَّنَّكُمُ الْحَيَاةُ الدُّنْيَا ۖ وَلَا يَغُرَّنَّكُم بِاللَّهِ الْغَرُورُ
O menschen! waarlijk de belofte van God is waar, laat dus het tegenwoordige leven u niet misleiden, noch laat de verleider u omtrent God verblinden.
35:6  إِنَّ الشَّيْطَانَ لَكُمْ عَدُوٌّ فَاتَّخِذُوهُ عَدُوًّا ۚ إِنَّمَا يَدْعُو حِزْبَهُ لِيَكُونُوا مِنْ أَصْحَابِ السَّعِيرِ
Satan is een vijand van u; houdt hem dus voor een vijand. Hij noodigt zijne bondgenooten slechts uit, om bewoners der hel te wezen.
35:7  الَّذِينَ كَفَرُوا لَهُمْ عَذَابٌ شَدِيدٌ ۖ وَالَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ لَهُم مَّغْفِرَةٌ وَأَجْرٌ كَبِيرٌ
Voor hen die niet gelooven, is daar eene gestrenge kastijding gereed gemaakt. Maar voor hen die gelooven zullen en doen wat recht is, blijft genade en eene groote belooning bereid.
35:8  أَفَمَن زُيِّنَ لَهُ سُوءُ عَمَلِهِ فَرَآهُ حَسَنًا ۖ فَإِنَّ اللَّهَ يُضِلُّ مَن يَشَاءُ وَيَهْدِي مَن يَشَاءُ ۖ فَلَا تَذْهَبْ نَفْسُكَ عَلَيْهِمْ حَسَرَاتٍ ۚ إِنَّ اللَّهَ عَلِيمٌ بِمَا يَصْنَعُونَ
Zal dus hij wien slechte daden als goed werden bereid en die zich verbeeldde dat die goed waren, gelijk zijn aan hem, die tot het rechtvaardige gezind is en de waarheid vereert? Waarlijk, God zal doen dwalen naar zijn welbehagen, en zal richten wien hem behaagt. Laat dus uwe ziel, o Mahomet! zich niet door zuchten verteren, wegens hunne weerspannigheid; want God weet wel wat zij doen.
35:9  وَاللَّهُ الَّذِي أَرْسَلَ الرِّيَاحَ فَتُثِيرُ سَحَابًا فَسُقْنَاهُ إِلَىٰ بَلَدٍ مَّيِّتٍ فَأَحْيَيْنَا بِهِ الْأَرْضَ بَعْدَ مَوْتِهَا ۚ كَذَٰلِكَ النُّشُورُ
God is het, die de winden zendt, en wolken op doet rijzen. wij drijven die naar eene doode plaats en verkwikken daardoor de aarde, nadat die dood was. Zoo zal de opstanding wezen.
35:10  مَن كَانَ يُرِيدُ الْعِزَّةَ فَلِلَّهِ الْعِزَّةُ جَمِيعًا ۚ إِلَيْهِ يَصْعَدُ الْكَلِمُ الطَّيِّبُ وَالْعَمَلُ الصَّالِحُ يَرْفَعُهُ ۚ وَالَّذِينَ يَمْكُرُونَ السَّيِّئَاتِ لَهُمْ عَذَابٌ شَدِيدٌ ۖ وَمَكْرُ أُولَٰئِكَ هُوَ يَبُورُ
Wie ooit uitnemendheid begeert, aan God behoort alle uitnemendheid; tot hem stijgen de goede woorden op, en hij zal de rechtvaardige daden verheffen. Maar wat hen betreft, die zondige listen uitdenken, zij zullen eene gestrenge straf ondergaan, en de plannen dier menschen zullen ijdel gemaakt worden.
35:11  وَاللَّهُ خَلَقَكُم مِّن تُرَابٍ ثُمَّ مِن نُّطْفَةٍ ثُمَّ جَعَلَكُمْ أَزْوَاجًا ۚ وَمَا تَحْمِلُ مِنْ أُنثَىٰ وَلَا تَضَعُ إِلَّا بِعِلْمِهِ ۚ وَمَا يُعَمَّرُ مِن مُّعَمَّرٍ وَلَا يُنقَصُ مِنْ عُمُرِهِ إِلَّا فِي كِتَابٍ ۚ إِنَّ ذَٰلِكَ عَلَى اللَّهِ يَسِيرٌ
God schiep u het eerst van stof en daarna van zaad , en hij heeft u tot man en vrouw gemaakt. Geene vrouw ontvangt of brengt voort, dan met zijne kennis. Niets wordt gevoegd bij den ouderdom van hem wiens levens is verlengd, noch wordt iets van zijnen ouderdom verminderd, of het is opgeschreven in het boek van Gods besluiten. Waarlijk, dit is gemakkelijk voor God.
35:12  وَمَا يَسْتَوِي الْبَحْرَانِ هَٰذَا عَذْبٌ فُرَاتٌ سَائِغٌ شَرَابُهُ وَهَٰذَا مِلْحٌ أُجَاجٌ ۖ وَمِن كُلٍّ تَأْكُلُونَ لَحْمًا طَرِيًّا وَتَسْتَخْرِجُونَ حِلْيَةً تَلْبَسُونَهَا ۖ وَتَرَى الْفُلْكَ فِيهِ مَوَاخِرَ لِتَبْتَغُوا مِن فَضْلِهِ وَلَعَلَّكُمْ تَشْكُرُونَ
De twee zeeën kunnen niet met elkander vergeleken worden; deze is frisch, zoet en aangenaam te drinken, maar gene is zout en bitter. Toch eet gij visch uit beide en haalt gij er versierselen uit om die te dragen. Gij ziet ook hoe de schepen hare golven doorploegen, opdat gij u van Gods overvloed, door den koophandel zoudt trachten te verrijken; misschien zult gij dankbaar wezen.
35:13  يُولِجُ اللَّيْلَ فِي النَّهَارِ وَيُولِجُ النَّهَارَ فِي اللَّيْلِ وَسَخَّرَ الشَّمْسَ وَالْقَمَرَ كُلٌّ يَجْرِي لِأَجَلٍ مُّسَمًّى ۚ ذَٰلِكُمُ اللَّهُ رَبُّكُمْ لَهُ الْمُلْكُ ۚ وَالَّذِينَ تَدْعُونَ مِن دُونِهِ مَا يَمْلِكُونَ مِن قِطْمِيرٍ
Hij doet den nacht aan den dag opvolgen en hij doet den nacht door den dag vervangen, en hij dwingt de zon en de maan haren dienst te verrichten. ieder van haar loopt een bepaalde baan af. Dit is God, uw Heer; hem is het koninkrijk. Maar de afgoden welke gij naast hem aanroept, hebben zelfs de macht niet over het vlies van eene dadelpit.
35:14  إِن تَدْعُوهُمْ لَا يَسْمَعُوا دُعَاءَكُمْ وَلَوْ سَمِعُوا مَا اسْتَجَابُوا لَكُمْ ۖ وَيَوْمَ الْقِيَامَةِ يَكْفُرُونَ بِشِرْكِكُمْ ۚ وَلَا يُنَبِّئُكَ مِثْلُ خَبِيرٍ
Indien gij hen aanroept, zullen zij uwe aanroepingen niet hooren; en al zouden zij u ook hooren, dan nog zouden zij u niet antwoorden. Op den dag der opstanding zullen zij loochenen dat gij hen met God hebt vereenigd, en niemand zal u de waarheid verklaren, dan hij die daarmede bekend is.
35:15  يَا أَيُّهَا النَّاسُ أَنتُمُ الْفُقَرَاءُ إِلَى اللَّهِ ۖ وَاللَّهُ هُوَ الْغَنِيُّ الْحَمِيدُ
O menschen! gij hebt behoefte aan God, maar God volstaat zich zelven en hij moet geprezen worden.
35:16  إِن يَشَأْ يُذْهِبْكُمْ وَيَأْتِ بِخَلْقٍ جَدِيدٍ
Indien het hem behaagt, kan hij u wegnemen en een nieuw schepsel in uwe plaats voortbrengen.
35:17  وَمَا ذَٰلِكَ عَلَى اللَّهِ بِعَزِيزٍ
Dit zal voor God niet moeielijk wezen.
35:18  وَلَا تَزِرُ وَازِرَةٌ وِزْرَ أُخْرَىٰ ۚ وَإِن تَدْعُ مُثْقَلَةٌ إِلَىٰ حِمْلِهَا لَا يُحْمَلْ مِنْهُ شَيْءٌ وَلَوْ كَانَ ذَا قُرْبَىٰ ۗ إِنَّمَا تُنذِرُ الَّذِينَ يَخْشَوْنَ رَبَّهُم بِالْغَيْبِ وَأَقَامُوا الصَّلَاةَ ۚ وَمَن تَزَكَّىٰ فَإِنَّمَا يَتَزَكَّىٰ لِنَفْسِهِ ۚ وَإِلَى اللَّهِ الْمَصِيرُ
Eene beladen ziel zal den last van eene andere niet dragen, en indien eene zwaar beladen ziel eene andere aanroept, om een deel van hare lasten te dragen, dan zal geen deel daarvan door den persoon worden gedragen die aangeroepen wordt, al zij hij ook nog zoo nabij verwant. Gij zult degenen vermanen, die hunnen Heer in het geheim vreezen en standvastig in het gebed zijn. Die zich zuivert van de schuld van ongehoorzaamheid, zuivert zich ten voordeele van zijne eigene ziel; want allen zullen op den jongsten dag voor God worden verzameld.
35:19  وَمَا يَسْتَوِي الْأَعْمَىٰ وَالْبَصِيرُ
De blinde en de ziende zullen niet gelijk gesteld worden;
35:20  وَلَا الظُّلُمَاتُ وَلَا النُّورُ
Noch duisternis en licht,
35:21  وَلَا الظِّلُّ وَلَا الْحَرُورُ
Noch de koele schaduw en de verzengende wind.
35:22  وَمَا يَسْتَوِي الْأَحْيَاءُ وَلَا الْأَمْوَاتُ ۚ إِنَّ اللَّهَ يُسْمِعُ مَن يَشَاءُ ۖ وَمَا أَنتَ بِمُسْمِعٍ مَّن فِي الْقُبُورِ
Evenmin zullen de levenden en de dooden gelijk gesteld worden. God zal degenen doen hooren die hem behagen; maar gij zult niet hen doen hooren die zich in hunne graven bevinden.
35:23  إِنْ أَنتَ إِلَّا نَذِيرٌ
Gij zijt slechts een prediker.
35:24  إِنَّا أَرْسَلْنَاكَ بِالْحَقِّ بَشِيرًا وَنَذِيرًا ۚ وَإِن مِّنْ أُمَّةٍ إِلَّا خَلَا فِيهَا نَذِيرٌ
Inderdaad, wij hebben u met waarheid gezonden, als een overbrenger van goede tijdingen en een aankondiger van bedreigingen. Er was geen volk, of een prediker heeft in verloopen tijden onder hen verkeerd.
35:25  وَإِن يُكَذِّبُوكَ فَقَدْ كَذَّبَ الَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ جَاءَتْهُمْ رُسُلُهُم بِالْبَيِّنَاتِ وَبِالزُّبُرِ وَبِالْكِتَابِ الْمُنِيرِ
Indien zij u van bedrog beschuldigen, zij die vóór hen waren beschuldigden hunne gezanten eveneens van bedrog. Hunne gezanten kwamen tot hen met duidelijke wonderen, met goddelijke geschriften en met het voorlichtende boek.
35:26  ثُمَّ أَخَذْتُ الَّذِينَ كَفَرُوا ۖ فَكَيْفَ كَانَ نَكِيرِ
Daarna kastijdde ik hen die ongeloovigen waren; en hoe gestreng was mijne wraak!
35:27  أَلَمْ تَرَ أَنَّ اللَّهَ أَنزَلَ مِنَ السَّمَاءِ مَاءً فَأَخْرَجْنَا بِهِ ثَمَرَاتٍ مُّخْتَلِفًا أَلْوَانُهَا ۚ وَمِنَ الْجِبَالِ جُدَدٌ بِيضٌ وَحُمْرٌ مُّخْتَلِفٌ أَلْوَانُهَا وَغَرَابِيبُ سُودٌ
Ziet gij niet dat God regen van den hemel nederzendt en dat wij daardoor vruchten van verschillende kleuren voortbrengen. Ook op de bergen zijn sommige streken wit en rood, van verschillende kleuren , en andere zijn donker zwart,
35:28  وَمِنَ النَّاسِ وَالدَّوَابِّ وَالْأَنْعَامِ مُخْتَلِفٌ أَلْوَانُهُ كَذَٰلِكَ ۗ إِنَّمَا يَخْشَى اللَّهَ مِنْ عِبَادِهِ الْعُلَمَاءُ ۗ إِنَّ اللَّهَ عَزِيزٌ غَفُورٌ
En onder de menschen en dieren, en het vee zijn er wier kleuren eveneens verschillend zijn. Alleen diegene zijner dienaren vreezen God, welke met verstand zijn begaafd, waarlijk, God is machtig en vergevensgezind.
35:29  إِنَّ الَّذِينَ يَتْلُونَ كِتَابَ اللَّهِ وَأَقَامُوا الصَّلَاةَ وَأَنفَقُوا مِمَّا رَزَقْنَاهُمْ سِرًّا وَعَلَانِيَةً يَرْجُونَ تِجَارَةً لَّن تَبُورَ
Waarlijk, die Gods boek lezen en standvastig in het gebed zijn, en die aalmoezen geven van hetgeen wij hun hebben geschonken, zoowel in het geheim als openlijk, hopen op een goed dat niet zal verloren gaan.
35:30  لِيُوَفِّيَهُمْ أُجُورَهُمْ وَيَزِيدَهُم مِّن فَضْلِهِ ۚ إِنَّهُ غَفُورٌ شَكُورٌ
God zal hun het loon ten volle betalen en hun eene meer dan overvloedige toelage zijner vrijgevigheid schenken; want hij is gezind de misslagen zijner dienaren te vergeven, en hunne pogingen te beloonen.
35:31  وَالَّذِي أَوْحَيْنَا إِلَيْكَ مِنَ الْكِتَابِ هُوَ الْحَقُّ مُصَدِّقًا لِّمَا بَيْنَ يَدَيْهِ ۗ إِنَّ اللَّهَ بِعِبَادِهِ لَخَبِيرٌ بَصِيرٌ
Datgene wat wij u van het boek (den Koran) hebben geopenbaard, is de waarheid; bevestigende de schriften die te voren werden geopenbaard; want God is alwetend en aanschouwt zijne dienaren.
35:32  ثُمَّ أَوْرَثْنَا الْكِتَابَ الَّذِينَ اصْطَفَيْنَا مِنْ عِبَادِنَا ۖ فَمِنْهُمْ ظَالِمٌ لِّنَفْسِهِ وَمِنْهُم مُّقْتَصِدٌ وَمِنْهُمْ سَابِقٌ بِالْخَيْرَاتِ بِإِذْنِ اللَّهِ ۚ ذَٰلِكَ هُوَ الْفَضْلُ الْكَبِيرُ
En wij hebben het boek van den Koran als erfgoed gegeven aan degenen onzer dienaren die daartoe door ons werden uitgekozen. Er is menigeen onder hen, die zijne eigen ziel beleedigt, en er is een ander van hen die den middenweg houdt , en er is een ander van hen, die, door Gods verlof, de overigen in goede werken overtreft. Dit is eene groote uitnemendheid.
35:33  جَنَّاتُ عَدْنٍ يَدْخُلُونَهَا يُحَلَّوْنَ فِيهَا مِنْ أَسَاوِرَ مِن ذَهَبٍ وَلُؤْلُؤًا ۖ وَلِبَاسُهُمْ فِيهَا حَرِيرٌ
Zij zullen in tuinen van eeuwig verblijf worden binnengeleid; zij zullen daar worden getooid met armbanden van goud en paarlen, en hunne kleederen zullen van zijde wezen.
35:34  وَقَالُوا الْحَمْدُ لِلَّهِ الَّذِي أَذْهَبَ عَنَّا الْحَزَنَ ۖ إِنَّ رَبَّنَا لَغَفُورٌ شَكُورٌ
En zij zullen zeggen. Geloofd zij God, die de droefheid van ons heeft afgenomen! Waarlijk, onze Heer is gereed de zondaren te vergeven.
35:35  الَّذِي أَحَلَّنَا دَارَ الْمُقَامَةِ مِن فَضْلِهِ لَا يَمَسُّنَا فِيهَا نَصَبٌ وَلَا يَمَسُّنَا فِيهَا لُغُوبٌ
Hij heeft ons, door zijne goedheid, rust doen genieten in eene woning van eeuwigen duur, waarin kwijning noch eenige vermoeienis ons zal bereiken.
35:36  وَالَّذِينَ كَفَرُوا لَهُمْ نَارُ جَهَنَّمَ لَا يُقْضَىٰ عَلَيْهِمْ فَيَمُوتُوا وَلَا يُخَفَّفُ عَنْهُم مِّنْ عَذَابِهَا ۚ كَذَٰلِكَ نَجْزِي كُلَّ كَفُورٍ
Maar voor de ongeloovigen is het hellevuur gereed gemaakt. er zal niet over hen worden besloten, hen ten tweeden male te doen sterven (om hunne straf te doen eindigen;) ook zal geen deel hunner straf verlicht worden. Zoo zal iedere ongeloovige worden beloond.
35:37  وَهُمْ يَصْطَرِخُونَ فِيهَا رَبَّنَا أَخْرِجْنَا نَعْمَلْ صَالِحًا غَيْرَ الَّذِي كُنَّا نَعْمَلُ ۚ أَوَلَمْ نُعَمِّرْكُم مَّا يَتَذَكَّرُ فِيهِ مَن تَذَكَّرَ وَجَاءَكُمُ النَّذِيرُ ۖ فَذُوقُوا فَمَا لِلظَّالِمِينَ مِن نَّصِيرٍ
En zij zullen overluid in de hel schreeuwen; zeggende. Heer! neem ons van hier, en wij zullen rechtvaardigheid oefenen, en niet hetgeen wij vroeger hebben bedreven. Maar men zal hun antwoorden. Hebben wij uw leven niet lang genoeg doen zijn, opdat hij die kon overdenken, gewaarschuwd zou wezen; en is de prediker niet tot u gekomen? Proeft dus de pijnen der hel. En de onrechtvaardigen zullen geen helper hebben.
35:38  إِنَّ اللَّهَ عَالِمُ غَيْبِ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ ۚ إِنَّهُ عَلِيمٌ بِذَاتِ الصُّدُورِ
Waarlijk, God kent de geheimen zoowel van den hemel als van de aarde; want hij kent de binnenste deelen van de borst der menschen.
35:39  هُوَ الَّذِي جَعَلَكُمْ خَلَائِفَ فِي الْأَرْضِ ۚ فَمَن كَفَرَ فَعَلَيْهِ كُفْرُهُ ۖ وَلَا يَزِيدُ الْكَافِرِينَ كُفْرُهُمْ عِندَ رَبِّهِمْ إِلَّا مَقْتًا ۖ وَلَا يَزِيدُ الْكَافِرِينَ كُفْرُهُمْ إِلَّا خَسَارًا
Hij is het, die u heeft gemaakt, om de plaats op de aarde te bekleeden. Wie ongeloovig zal wezen, op dien drukke zijn ongeloof, en hun ongeloof zal voor de ongeloovigen slechts nog meer verontwaardiging in de oogen des Heeren doen ontstaan, en hun ongeloof zal hunne verdoeming slechts vermeerderen.
35:40  قُلْ أَرَأَيْتُمْ شُرَكَاءَكُمُ الَّذِينَ تَدْعُونَ مِن دُونِ اللَّهِ أَرُونِي مَاذَا خَلَقُوا مِنَ الْأَرْضِ أَمْ لَهُمْ شِرْكٌ فِي السَّمَاوَاتِ أَمْ آتَيْنَاهُمْ كِتَابًا فَهُمْ عَلَىٰ بَيِّنَتٍ مِّنْهُ ۚ بَلْ إِن يَعِدُ الظَّالِمُونَ بَعْضُهُم بَعْضًا إِلَّا غُرُورًا
Zeg. Wat denkt gij van uwe godheden, welke gij naast God aanroept? Toont mij, welke gedeelte der aarde zij hebben geschapen; of hadden zij eenig deel in de schepping der hemelen? Hebben wij den afgodendienaars eenig boek met openbaringen gegeven, waaruit zij eenig bewijs zouden kunnen ontleenen tot wettiging hunner handelwijze? Neen! maar de goddeloozen doen elkander slechts bedriegelijke beloften.
35:41  إِنَّ اللَّهَ يُمْسِكُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ أَن تَزُولَا ۚ وَلَئِن زَالَتَا إِنْ أَمْسَكَهُمَا مِنْ أَحَدٍ مِّن بَعْدِهِ ۚ إِنَّهُ كَانَ حَلِيمًا غَفُورًا
Waarlijk, God schoort de hemelen en de aarde, opdat zij niet zouden bezwijken, en indien zij bezweken, zou, buiten hem, niemand die kunnen ondersteunen. Hij is genadig en barmhartig.
35:42  وَأَقْسَمُوا بِاللَّهِ جَهْدَ أَيْمَانِهِمْ لَئِن جَاءَهُمْ نَذِيرٌ لَّيَكُونُنَّ أَهْدَىٰ مِنْ إِحْدَى الْأُمَمِ ۖ فَلَمَّا جَاءَهُمْ نَذِيرٌ مَّا زَادَهُمْ إِلَّا نُفُورًا
De Koreïshieten hebben met een plechtigen eed bij God gezworen, dat indien er een prediker tot hen ware gekomen, zij volgzamer zouden zijn geleid geworden dan eenig ander volk; maar nu een prediker tot hen gekomen is, heeft dit slechts den afkeer van de waarheid in hen vermeerderd.
35:43  اسْتِكْبَارًا فِي الْأَرْضِ وَمَكْرَ السَّيِّئِ ۚ وَلَا يَحِيقُ الْمَكْرُ السَّيِّئُ إِلَّا بِأَهْلِهِ ۚ فَهَلْ يَنظُرُونَ إِلَّا سُنَّتَ الْأَوَّلِينَ ۚ فَلَن تَجِدَ لِسُنَّتِ اللَّهِ تَبْدِيلًا ۖ وَلَن تَجِدَ لِسُنَّتِ اللَّهِ تَحْوِيلًا
Evenals hunne verwaandheid op aarde en hunne booze verzinsels. maar de booze verzinsels zullen alleen de uitdenkers daarvan omstrikken. Verwachten zij iets anders dan de straf, waarmede de ongeloovigen van vroegere tijd werden vergolden? Want gij zult geene verandering in Gods bevel opmerken. Gij zult geenerlei wijziging in Gods weg vinden.
35:44  أَوَلَمْ يَسِيرُوا فِي الْأَرْضِ فَيَنظُرُوا كَيْفَ كَانَ عَاقِبَةُ الَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ وَكَانُوا أَشَدَّ مِنْهُمْ قُوَّةً ۚ وَمَا كَانَ اللَّهُ لِيُعْجِزَهُ مِن شَيْءٍ فِي السَّمَاوَاتِ وَلَا فِي الْأَرْضِ ۚ إِنَّهُ كَانَ عَلِيمًا قَدِيرًا
Zijn zij niet over de aarde gegaan, en hebben zij niet gezien, wat het einde was van degenen, die vóór hen waren, hoewel zij machtiger en sterker waren dan zij? God wordt niet gedwarsboomd door eene zaak, noch in den hemel noch op aarde; want hij is wijs en machtig.
35:45  وَلَوْ يُؤَاخِذُ اللَّهُ النَّاسَ بِمَا كَسَبُوا مَا تَرَكَ عَلَىٰ ظَهْرِهَا مِن دَابَّةٍ وَلَٰكِن يُؤَخِّرُهُمْ إِلَىٰ أَجَلٍ مُّسَمًّى ۖ فَإِذَا جَاءَ أَجَلُهُمْ فَإِنَّ اللَّهَ كَانَ بِعِبَادِهِ بَصِيرًا
Indien God de menschen strafte naar gelang van hetgeen zij bedrijven, zou hij zelfs geen dier op de oppervlakte der aarde hebben gelaten; maar hij schenkt u uitstel tot een bepaalden tijd. En als hun tijd zal zijn gekomen, waarlijk, dan zal God zijne dienaren beschouwen.